Diabetes type 1
Dit is een auto-immuunziekte veroorzaakt door een tekort aan insuline of doordat lichaamscellen minder gevoelig zijn geworden voor insuline. Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat koolhydraten (zoals suiker) uit voeding de cellen in kunnen en niet achterblijven in het bloed. De cellen kunnen bij diabetes type 1 minder glucose (soort suiker) uit het bloed opnemen waardoor het glucosegehalte in het bloed te hoog wordt.
Een nauwkeurig dieet is essentieel bij de behandeling van diabetes type 1 patiënten, gericht op het stabiel houden van de bloedglucose en bloeddruk. Precieze controle van de bloedsuikerspiegel is van groot belang voor het verminderen van de kans op diabetes type 1 complicaties. Daarom krijgen deze patiënten uitgebreid advies over de inname van de hoeveelheid koolhydraten, het type en de verdeling hiervan gedurende de dag. De keuze van voedingsmiddelen met een laag suikergehalte kan van levensbelang zijn.
Verband tussen coeliakie en diabetes type 1
Beide auto-immuunziekten delen een vergelijkbare genetische achtergrond. Het HLA-DQ2 gen is aanwezig bij meer dan 90% van de coeliakiepatiënten en bij 55% van de patiënten met diabetes type 1. In de algemene Europese bevolking is het HLA-DQ2 gen bij 20-25% aanwezig. Het HLA-DQ8 gen vergroot ook de kans op diabetes type 1 en coeliakie.
In westerse landen komt coeliakie bij ongeveer 1-2% van de bevolking voor. Bij kinderen met diabetes type 1 komt coeliakie vaker voor dan bij niet-diabetische kinderen. Minstens 10% van alle patiënten met diabetes type 1 ontwikkelt coeliakie op een bepaald moment in hun leven.
Onderzoekers ontdekten dat een bepaald enzym in ons lichaam betrokken is bij zowel de afweerreactie tegen gluten, als de afweerreactie tegen de eilandjes van Langerhans die insuline aanmaken. Dit gebeurt vooral als de eilandjes al geprikkeld zijn, bijvoorbeeld door een virusinfectie of ontsteking.
Meer kans op jongere leeftijd
Er is aangetoond dat het samengaan van type 1 diabetes en coeliakie verband houdt met de leeftijd waarop de diabetes zich manifesteert. Patiënten bij wie diabetes voor hun vierde jaar werd vastgesteld, lopen meer kans op coeliakie dan degenen bij wie de diabetes op latere leeftijd werd gediagnosticeerd. Er is overigens geen vaste volgorde: iemand kan eerst diabetes hebben en dan pas coeliakie, of omgekeerd. Maar in de meeste gevallen wordt de diabetes eerst ontdekt.
Diabetes en kinderen
In de kindergeneeskunde wordt het testen van patiëntjes met type 1 diabetes op de eventuele aanwezigheid van coeliakie aanbevolen. Want uit onderzoek blijkt dat diabetespatiëntjes met coeliakie vaak geen klachten hebben die typerend zijn voor coeliakie. Men verschilt wel van mening over de vraag hoe vaak deze kinderen getest moet worden: om de vijf jaar of alleen in het geval dat het patiëntje symptomen van coeliakie vertoont.
Lees hier het onderzoek van kinderarts Margreet Wessels.
Screenen volwassenen
In zowel de Europese richtlijn, als een Nederlands literatuuronderzoek wordt aanbevolen ook volwassen patiënten met type 1 diabetes periodiek te screenen op coeliakie. De aanbeveling in de Nederlandse studie luidt dat elke volwassen patiënt met diabetes type 1 zou moeten worden gescreend op coeliakie door middel van de test op TG2 antistoffen. Bij een negatief resultaat zou de test elke vijf jaar moeten worden herhaald.
Late diagnose
Bij kinderen met type 1 diabetes wordt coeliakie vrij snel ontdekt: 59% van de patiënten die jonger waren dan 18 jaar toen de diagnose werd gesteld, had minder dan zes maanden klachten. Bij volwassenen duurde het pad naar de diagnose vaak lang: 48% van de volwassenen bij wie coeliakie werd ontdekt, had 5 jaar of langer buikklachten. Volwassenen kunnen veel eerder van hun klachten verlost worden door het bloed van deze patiënten elke vijf jaar op antistoffen van coeliakie te testen. Dat kan meteen meegenomen worden als ze op bezoek komen bij hun internist.
Risico’s bij onbehandelde coeliakie
Blijft de sluimerende coeliakie onbehandeld, dan kunnen tekorten ontstaan aan belangrijke voedingsstoffen. Zo kan een tekort aan calcium leiden tot broze botten die eerder breken.
Glutenvrij dieet en diabetes type 1
Met een glutenvrije dieet herstellen de darmen en kan het lichaam weer belangrijke vitamines en mineralen uit de voeding opnemen. Op die manier vermindert de kans op botbreuken en andere complicaties. Het is voor veel patiënten een verademing als hun klachten verdwijnen door een glutenvrij dieet en ze opeens weer meer energie krijgen.
Gespecialiseerde diëtist
Als je coeliakie en type 1 diabetes hebt, is het erg belangrijk om je te laten begeleiden door een gespecialiseerd diëtist. Je bloedglucose kan veranderen als je begint aan het glutenvrij dieet. Dit komt omdat de darmmucosa herstelt, waardoor je darmen beter voedingsstoffen, waaronder koolhydraten, gaan opnemen. Je zal een nieuwe balans moeten vinden en wellicht de hoeveelheid insuline moeten aanpassen. Ook is het belangrijk om samen met een diëtist te kijken naar welke glutenvrije voedingsmiddelen wel of niet zorgen voor een hoger bloedsuikergehalte.
Bronnen
- Eland, I.; Klieverik, L.; Mansour, A.A.; Al-Toma, A. Gluten-Free Diet in Co-Existent Celiac Disease and Type 1 Diabetes Mellitus: Is It Detrimental or Beneficial to Glycemic Control, Vascular Complications, and Quality of Life? Nutrients 2023, 15, 199. https://doi.org/10.3390/nu15010199
- Screening for coeliac disease in adult patients with type 1 diabetes mellitus: myths, facts and controversy.
Bakker et al. Diabetol Metab Syndr (2016) 8:51.
DOI 10.1186/s13098-016-0166-0 - Type 1 and type 2 diabetes in celiac disease: prevalence and effect on clinical and histological presentation.
- Kylökäs et al. BMC Gastroenterology (2016) volume 16, 76
https://doi.org/10.1186/s12876-016-0488-2 - https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/nieuws/verband-diabetes-type-1-en-coeliakie-verklaard
- Nutrients | Free Full-Text | Gluten-Free Diet in Co-Existent Celiac Disease and Type 1 Diabetes Mellitus: Is It Detrimental or Beneficial to Glycemic Control, Vascular Complications, and Quality of Life? (mdpi.com)